Jeremia 1-2
De komende dagen maken we een start met het boek Jeremia:
- Maandag 4 feb: Jer. 1: 1-10
- Dinsdag 5 feb: Jer. 1: 11-19
- Woensdag 6 feb: Jer. 2: 1-13
- Donderdag 7 feb: Jer. 2: 14-22
- Vrijdag 8 feb: Jer. 2: 23-29
- Zaterdag 9 feb: Jer. 2: 30-37
Onder de profeten vind ik Jeremia altijd de meest indrukwekkende. Hij is namelijk degene die het sterkst betrokken blijft op het leed van Israël. Hij moet profeteren in de tijd rond de ballingschap. Hij kondigt Gods oordeel aan, maar maakt ook het begin daarvan mee. Het is een spannende tijd. Israël wordt gestraft vanwege haar ontrouw. In hoofdstuk 2 wordt de relatie van God met zijn volk getekend als die van bruid en bruidegom. Maar de bruid is vreemd gegaan. Ze heeft de relatie verbroken. En God blijft achter, gekwetst.
Jeremia moet dat oordeel aankodigen. Maar als oordeelsprofeet blijft hij dan niet achterover leunen, zoals we dat Jona bijvoorbeeld zien doen. Zo van: 'Dit is jullie verdiende straf. Wie niet horen wil moet voelen.' Nee, het doet Jeremia intens veel pijn dat hij deze boodschap moet brengen. Hij gaat er zelf aan onderdoor. Hij vervreemd zich niet van het volk, maar is er betrokken op, zelfs in het oordeel.
En het lijkt er al op, dat hij deze instelling vanaf het begin gehad heeft. Wanneer God hem roept, voelt hij zich niet vereerd, of denkt: 'dat doen we wel even'. Nee, hij wil niet. Het is alsof hij het gewicht van zijn roeping gelijk beseft. Gods roeping zou wel eens niet prettig voor hem kunnen zijn. Maar dan raakt God hem aan: 'Hoe zwaar het ook zal worden, Ik geef je kracht en Ik leg mijn woorden in jouw mond.'
Ik vind dit zo herkenbaar, beangstelligend en bemoedigend... God die roept, mij de weg wijst, een weg die het nodige van mij vraagt, maar tegelijk mij de krachten geeft... het is iets wat ik wil en niet wil... maar ondanks alles toch de weg die ik ga...
Blogoverzicht